Een gepersonaliseerd actieplan voor astma (ook wel een behandelplan genoemd) is een schriftelijk plan dat door u en uw zorgprofessional is opgesteld met instructies voor het beheersen van de astma van uzelf of uw kind.1 Omdat de astmasymptomen en triggers voor iedereen anders zijn, moet het actieplan gepersonaliseerd worden of aangepast worden aan de astma van de patiënt. Neem contact op met uw zorgprofessional en maak een afspraak om een actieplan op te stellen voor uzelf of uw kind. Voordat u met astmabeheersing begint, is het belangrijk om iets meer te weten over uw astma of de astma van uw kind. Wat zijn de vroege waarschuwingssignalen, symptomen en triggers? Deze informatie moet worden vastgelegd in een dagboek of astma-app. Houd een papieren of elektronisch dagboek bij om de volgende informatie vast te leggen:
Triggers zijn voor elke persoon met astma anders.2 Veelvoorkomende triggers zijn: Het is belangrijk om niet alleen de blootstelling aan triggers vast te leggen, maar ook of de symptomen optreden.1 Dit is nuttige informatie die u en uw zorgprofessional niet alleen kunnen gebruiken om astmatriggers te identificeren, maar ook om een beheersplan voor triggers op te stellen. Deze persoonlijke triggers en het plan voor triggerbeheersing moeten worden vermeld op het actieplan.Het beheersen van de luchtkwaliteit binnen kan helpen bij het beheersen van allergenen en triggers.
Het is ook nuttig om symptomen en vroege waarschuwingssignalen te kunnen identificeren. Voorbeelden van symptomen zijn 's nachts wakker worden, hoesten, piepen, benauwdheid of kortademigheid tijdens inspanning. De symptomen zijn ook voor iedereen anders. Niet iedereen heeft last van een piepende ademhaling, mogelijk is hoesten het enige symptoom3. Het actieplan moet ruimte bieden om persoonlijke symptomen en stapsgewijze instructies voor het beheersen van symptomen te noteren.
De piekstroommeting geeft met behulp van een piekstroommeter aan hoe snel u lucht uit uw longen kunt blazen. Net als de triggers en symptomen, is de piekstroomwaarde voor iedereen met astma anders. Daarom is het belangrijk om bij het gebruik van een piekstroommeter de persoonlijk beste piekstroomwaarde van uzelf of uw kind vast te stellen. Een persoonlijk beste piekstroomwaarde is de hoogste waarde die wordt gemeten wanneer de astma onder controle is. Om de persoonlijk beste waarde te bepalen, meet u de piekstroomwaarde twee weken lang tweemaal per dag en noteert u deze waarden in een piekstroomgrafiek. Deze waarden deelt u met uw zorgprofessional. Omdat verschillende piekstroommeters ietwat afwijkende waarden kunnen aangeven, is het belangrijk dat u telkens dezelfde piekstroommeter gebruikt. Uw zorgprofessional kan deze waarden gebruiken om de persoonlijk beste piekstroomwaarde van u of uw kind te bepalen. Deze waarde zal uw zorgprofessional helpen bij het opstellen van een gepersonaliseerd actieplan.
Uw zorgprofessional kan de informatie die u in uw dagboek noteert over astmatriggers, piekstroomwaarden, symptomen en vroege waarschuwingssignalen gebruiken om een gepersonaliseerd actieplan voor uw astma te ontwikkelen met behulp van het zonesysteem. Hij of zij zal u leren het zonesysteem te gebruiken om de ernst en frequentie van astmasymptomen en veranderingen in piekstroomwaarden te beoordelen, en hij of zij zal uitleggen hoe u de instructies voor het gebruik van astmamedicatie moet opvolgen. De zones en instructies van uw zorgprofessional zijn in het actieplan ingedeeld volgens de kleuren van een stoplicht: Groen betekent dat de astma goed onder controle is. U of uw kind heeft geen symptomen en de piekstroomwaarden zijn 80-100% van de persoonlijk beste waarde. U kunt gewoon DOORGAAN met uw normale activiteiten. In de groene zone geven de medicatie-instructies informatie over het dagelijks innemen van controlerende medicatie.
De drie zones van astmabeheersing maken deel uit van het actieplan voor uw astma. De gekleurde zones helpen patiënten en ouders van kinderen met astma bij het herkennen van de ernst van de astmasymptomen en van veranderingen in de piekstroomwaarden, zodat ze hun astmamedicatie op het juiste moment gebruiken en de juiste hoeveelheid medicatie binnenkrijgen. De instructies in het zonesysteem zijn volgens de kleuren van een stoplicht ingedeeld, waardoor ze eenvoudig te begrijpen zijn.
Geel betekent dat er symptomen aanwezig zijn en de piekstroomwaarden 50-80% van de persoonlijk beste waarde zijn. U moet VOORZICHTIG verder gaan met uw activiteiten. De gele zone bevat instructies over hoe vaak u verlichtende medicatie kunt innemen en wanneer u contact moet opnemen met uw zorgprofessional.
Rood betekent dat u of uw kind ernstige symptomen heeft en de piekstroomwaarden minder dan 50% van de persoonlijke beste waarde zijn. U moet STOPPEN met uw activiteiten en medische hulp inroepen. De rode zone bevat instructies over het onmiddellijke gebruik van verlichtende medicatie en instructies om direct contact op te nemen met de zorgprofessional of 112 te bellen.
Veel piekstroommeters hebben zone-indicatoren die door de zorgprofessional kunnen worden ingesteld. Zodra deze zones zijn ingesteld, zal de indicator naar de groene, gele of rode zone wijzen, waardoor u snel ziet binnen welke zone de piekstroomwaarde valt. U kunt vervolgens het gepersonaliseerde actieplan raadplegen en de instructies van uw zorgprofessional voor het innemen van uw astmamedicatie volgen.
Bent u er nog steeds niet helemaal van overtuigd dat een actieplan een groot verschil kan maken? U kunt het gebruiken om:
Is het plan niet achterhaald wanneer mijn astma verandert? Het actieplan voor uw astma moet minstens eenmaal per jaar worden herzien en worden bijgewerkt tijdens een gesprek met uw arts.1 U moet het plan meenemen naar elke astma-afspraak - inclusief bezoeken aan de eerste hulp of een specialist - zodat eventuele wijzigingen in de manier waarop u met uw astma moet omgaan, meteen in het plan kunnen worden opgenomen. Het is ook handig dat het ziekenhuispersoneel de informatie in uw actieplan kan bekijken, vooral wanneer het vanwege de symptomen moeilijk is voor u om te praten.2
Een lijst met noodnummers. Het is belangrijk om het telefoonnummer van uw zorgprofessional en de noodnummers op het actieplan te vermelden. Als het actieplan voor uw kind is, zorg u er dan voor dat ook het nummer van uw eigen mobiele telefoon erin staat. Voorbereiding is de sleutel tot succes.Zodra u een gepersonaliseerd actieplan voor uw astma hebt, treft u de benodigde voorbereidingen om het te gebruiken. Bewaar het actieplan op een handige plek, zodat u snel kunt handelen.Bewaar een exemplaar op een gemakkelijk toegankelijke plaats in uw huis - bijvoorbeeld hangend op de deur van de koelkast. Net zoals u ervoor zorgt altijd de verlichtende medicatie bij u te hebben, zorgt u ervoor dat u altijd een kopie meeneemt als u van huis gaat. Bewaar een kopie in uw tas, rugzak of portemonnee, zodat u het plan altijd dicht bij de hand hebt. Bespreek het plan met iedereen die betrokken is bij de zorg. Dit omvat alle gezinsleden, zodat ook zij weten wat ze moeten doen in geval van een noodsituatie. Als het actieplan van uw kind is, geeft u een kopie aan de school en bespreekt u het plan met de leerkrachten en begeleiders van uw kind. Houd het actieplan up-to-date. Astmasymptomen, triggers en medicatie kunnen naar verloop van tijd allemaal veranderen. Zorg voor regelmatige afspraken met de zorgprofessional en pas het plan naar behoefte aan.
VRIJWARING:
Informatie op deze website is uitsluitend bedoeld ter informatie en is op geen enkele wijze een vervanging voor het advies van een arts.
VOETNOTEN: [2] asthma.org.uk/advice/manage-your-asthma/action-plan. Geraadpleegd in oktober 2017. [3] Webmd.boots.com. Asthma/guide/asthma-symptoms. Geraadpleegd in november 2017.
[1] mayoclinic.org/diseases-conditions/asthma/in-depth/asthma/art-20044888. Geraadpleegd in oktober 2017.
You are about to visit a Philips global content page
Continue