Loslaten is dus het toverwoord. Maar hoe doe je dat, als je ’s avonds in bed de uren weg ziet tikken en alleen maar kunt denken: “ik moet slapen, ik moet slapen, ik moet slapen”?
“Allereerst is het belangrijk dat je je realiseert dat het ontwikkelen van een ritme tijd nodig heeft”, zegt Charlotte. “Je kleintje heeft die eerste maanden een heel eigen patroon en slaapt en eet op de momenten dat hij daar behoefte aan heeft. Je kunt daarin proberen te sturen, maar verwacht er niet teveel van. Want net als je denkt dat je een ritme te pakken hebt, komen er weer regeldagen, verkoudheden of een veranderde voedingsbehoefte. Resultaat? Je bent extra van slag omdat je er zoveel van verwachtte. Het is beter om niet teveel te willen controleren, maar om juist mee te gaan in het ritme van je baby. Pas je aan.”
In de praktijk betekent dit dat er best veel momenten zijn waarop je jouw rust kunt pakken. “Ligt je baby te slapen? Ga dan zelf ook even liggen en ga niet met de poetsdoek in de weer. Die tijd kun je beter besteden aan slapen, een boekje lezen of lekker badderen. Dat schoonmaken komt wel weer als je een routine voor jezelf hebt opgebouwd. Vergeet ook niet dat je taken best uit handen mag geven.”