Sept 29, 2022 door Philips
Leestijd: 8 - 10 minuten
Het doel van Philips is om de gezondheid en het welzijn van mensen te verbeteren door zinvolle innovatie. Veel van deze innovaties zijn erop gericht om de huidige toename van hart- en vaatziekten terug te dringen en de behandeling en kwaliteit van leven te verbeteren voor patiënten die hiermee te maken krijgen. Dit doen we samen met toonaangevende klinische onderzoekers en zorgverleners over de hele wereld. In het kader van World Heart Day sprak dr. Jennifer Franke, Medical Officer Cardiology bij Philips, met de twee vooraanstaande cardiologen, namelijk dr. Olivia Gilbert, universitair hoofddocent en cardioloog gespecialiseerd in hartfalen en transplantatie bij Wake Forest Baptist Health (Winston-Salem, VS), en dr. Magnus Thorsten Jensen, hoofd van de afdeling Cardiologie en consulterend cardioloog bij het Amager og Hvidovre-ziekenhuis (Kopenhagen, Denemarken) over hart- en vaatziekten. Het doel van World Heart Day is 'De kracht van digitale gezondheid inzetten om wereldwijd het bewustzijn, de preventie en de behandeling van hart- en vaatziekten te verbeteren'. In dit kader werd er in de discussie gesproken over de heropleving van het aantal gevallen van hart- en vaatziekten, wat er moet gebeuren om deze trend tegen te gaan, de rol van technologie hierbij, en hoe er een systeem voor hartzorg kan worden opgebouwd dat de kwaliteit van de zorg en de ervaring verbetert voor zowel patiënten als professionals. Hieronder worden deze belangrijke vragen en de antwoorden van de deskundigen uiteengezet.
V. Dr. Jennifer Franke: Een tijdlang kwamen hart- en vaatziekten minder voor dankzij nieuwe behandelingen en een groter bewustzijn van de gevaren van roken. Nu neemt het aantal gevallen toch weer toe, waardoor hart- en vaatziekten nog steeds de belangrijkste doodsoorzaak zijn. Hoe komt dat, en wat is jullie visie op hoe we er nu voorstaan met hart- en vaatziekten? A. Dr. Olivia Gilbert: Het probleem is dat we wel weten hoe we hart- en vaatziekten moeten behandelen, maar helaas hebben nog steeds veel mensen een ongezonde levensstijl; we zitten te veel en consumeren te veel verwerkte voedingsmiddelen met veel natrium, wat leidt tot een hoge bloeddruk. Ik denk dat dit in het Covid-19-tijdperk nog erger is geworden. Onvoldoende lichaamsbeweging en de toegenomen consumptie van verwerkte voedingsmiddelen zijn dan ook de twee belangrijkste factoren die we moeten aanpakken om de trend te proberen tegen te gaan. A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: Aan de andere kant denk ik dat het belangrijk is om optimistisch te zijn. We weten dat ontstekingsreacties een belangrijke rol spelen bij hart- en vaatziekten en daar kunnen we steeds beter mee omgaan naarmate we meer kennis opdoen en meer onderzoek doen. Maar de grote zorg is nu de uitvoering. We moeten ons blijven richten op levensstijlfactoren en structurele veranderingen. Mensen die echter al een hart- of vaatziekte hebben, kunnen echter hoop putten uit het feit dat onze behandelingen en diagnostische middelen steeds beter worden; we kunnen hart- en vaatziekten nu in een veel vroeger stadium vaststellen dan ooit tevoren. V. Dr. Jennifer Franke: Olivia, hoe denk je dat digitale technologieën kunnen worden ingezet voor patiënten? A. Dr. Olivia Gilbert: Ik denk dat er drie belangrijke manieren zijn om digitaal met patiënten te werken. Ten eerste via patiëntportalen waar ze bijvoorbeeld hun elektronische patiëntdossier kunnen inzien, vragenlijsten kunnen invullen en informatie kunnen vinden. Ten tweede door slimme technologie zoals smartphones en smartwatches. En ten derde door medische technologieën waarmee we patiënten op afstand kunnen monitoren. Je kunt hierbij denken aan het op afstand bewaken van een implanteerbare cardioverter-defibrillator of hartmonitor, zodat artsen hun patiënten waar dan ook in de gaten kunnen houden.
V. Dr. Jennifer Franke: Magnus, ik weet dat jij binnen de European Society of Cardiology heel actief bent op het gebied van e-health. Hoe zie jij voor je dat dergelijke technologische innovaties niet alleen de preventie verbeteren, maar ook de langetermijnbehandeling van hart- en vaatziekten? A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: Apparaten zoals wearables en smartphones bieden ons ongekende mogelijkheden om samen te werken met patiënten en de gemeenschap. De benodigde sensortechnologie zou ook ingebouwd kunnen worden in bijvoorbeeld kleding, schoenen of hoortoestellen. We hebben nu dus de mogelijkheid om fysiologische informatie op veel grotere schaal vast te leggen dan voorheen, zowel op het niveau van volksgezondheid als dat van de gezondheid van één persoon. Dit houdt in dat we gezondheidszorg veel verdergaand kunnen afstemmen op een persoon dan we nu gewend zijn. Als je het hebt over de betrokkenheid van patiënten en het algemene publiek bij hun gezondheid, is de democratisering van gezondheidszorg al gaande. De meesten van ons hebben een smartphone die fysiologische informatie, bijvoorbeeld de hartslag, kan meten. Sommige kunnen zelfs een ecg bijhouden. Als gevolg hiervan is gezondheidszorg niet langer iets dat alleen in een ziekenhuisomgeving met professionele zorgverleners plaatsvindt, maar wordt het steeds meer een maatschappelijke kwestie. V. Dr. Jennifer Franke: Ik vermoed dat jullie het er wel mee eens zijn dat de gezondheidszorg momenteel erg gefragmenteerd is, niet alleen in de VS, maar ook in veel Europese landen. Welke rol kunnen de technologieën die jullie net beschreven, spelen bij het oplossen van deze versnipperde zorgverlening? A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: Op dit moment maken we ons zorgen over de sociale ongelijkheid op het gebied van zorgverlening, omdat de slimme apparaten waar we het over hadden duur zijn. De mensen die we heel graag zouden willen bereiken, beschikken niet over de financiële of andere middelen om van deze technologie gebruik te kunnen maken. Ik denk dat dat een uitdaging is, maar nogmaals, ik ben erg optimistisch omdat de technologie in de toekomst steeds goedkoper en dus toegankelijker zal worden. Ik denk dan ook dat digitale technologieën een manier zijn om de kloof in de gezondheidszorg te dichten.
We maken ons wel zorgen over de sociale ongelijkheid op het gebied van zorgverlening, omdat de slimme apparaten waar we het over hadden duur zijn. De mensen die we heel graag zouden willen bereiken, beschikken niet over de financiële of andere middelen om van deze technologie gebruik te kunnen maken.
Dr. Magnus Thorsten Jensen
A. Dr. Olivia Gilbert: Elektronische patiëntdossiers zijn ook een geweldige bron om iedereen gelijke toegang tot gezondheidszorg te bieden door patiënten op persoonlijk niveau te betrekken. En als EPD's met elkaar gekoppeld kunnen worden, kan ook de versnippering van de zorg worden verminderd omdat je kunt zien waar andere zorgverleners in het systeem mee bezig zijn. Er moet interoperabiliteit zijn tussen deze elektronische patiëntdossiers, ook om verspilling te verminderen en de efficiëntie te verhogen. Ik denk dat digitale gezondheidszorg sterk kan bijdragen aan het verbeteren van de zorg, het verhogen van de efficiëntie en het terugdringen van kosten. V. Dr. Jennifer Franke: Toen de COVID-19-pandemie uitbrak, werd veel niet-acute zorg stilgelegd of uitgesteld. Hoe hebben jullie dat ervaren, als arts, en hoe hebben jullie de zorg voor patiënten erop aangepast? A. Dr. Olivia Gilbert: Als zorgverlener gespecialiseerd in hartfalen heb ik verschillende soorten patiënten. Ik heb patiënten met algeheel hartfalen, patiënten met een mechanische pomp (LVAD) in hun hart, en harttransplantatiepatiënten. Voor de patiënten met algeheel hartfalen konden we telezorg inzetten om met hen in contact te blijven en hartapparaten, zoals defibrillatoren en implantaten voor het bewaken van de druk in de longslagader, op afstand uit te lezen. Maar voor de patiënten met een LVAD en de transplantatiepatiënten moest alles gewoon doorgaan, COVID of niet. We moesten nog steeds hartbiopsieën uitvoeren en hun apparaten controleren. Er waren dus categorieën patiënten waarvoor we andere mechanismen konden inzetten, maar er waren ook bepaalde groepen patiënten aan wie we zo goed als mogelijk de normale zorg moesten blijven bieden. A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: De COVID-pandemie is voor ons allemaal een bizarre ervaring geweest, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak. Toen we in lockdown waren, hebben we de meeste niet-acute patiëntenzorg stopgezet. Vóór COVID denk ik niet dat we ooit de poliklinieken hebben moeten sluiten; nu hebben we dat niet één keer gedaan, maar zelfs twee keer. Het was een hele uitdaging, niet alleen voor patiënten, maar ook voor het personeel, de artsen en het management. We weten echter dat de patiënten die we normaal gesproken zien in onze poliklinieken, waar ze misschien niet acuut zijn, heel gemakkelijk acute patiënten kunnen worden. Je kunt een cardiologiekliniek dus niet zomaar sluiten. Je moet beschikken over noodprocedures en -klinieken. Het eerste wat we deden, was al onze patiënten indelen in de groene, gele of rode categorie. De rode categorie werd gevormd door de patiënten van wie we verwachtten dat ze binnen enkele dagen of weken acuut zouden worden. Vervolgens moesten we noodklinieken opzetten en zorgen voor een structuur voor ondersteuning, wat heel moeilijk zou zijn geweest zonder digitale technologie. We ondersteunen nu apparaatintegratie, wat betekent dat mensen zelf hun bloeddruk en gewicht kunnen controleren en thuis een smartwatch dragen die via Bluetooth gegevens verzendt naar hun mobiele telefoon en terug naar ons EPD. Als er nog een golf COVID-19-gevallen komt en we onze klinieken weer moeten sluiten, zijn we daar nu veel beter op voorbereid. En dat komt door technologie en innovatie. V. Dr. Jennifer Franke: Welke aanpassingsmaatregelen denk je dat er blijven bestaan bij het opbouwen van een meer veerkrachtig zorgstelsel voor na COVID en wat moet er nog veranderen? A. Dr. Olivia Gilbert: Ik denk dat telezorg een blijvertje is, dus de volgende stap is om uit te zoeken welke bevolkingsgroepen daar het meeste voordeel van zullen hebben en in welke situaties. Ik heb onlangs een subsidieaanvraag ingediend om de uitkomsten bij specifieke populaties hartpatiënten van onze instelling te onderzoeken, om vast te stellen in welke omstandigheden telezorg het meest nuttig was, kijkend naar de uitkomsten bij de inzet van telezorg versus niet-telezorg bij specifieke subgroepen hartpatiënten.
Ik denk dat telezorg een blijvertje is, dus de volgende stap is om uit te zoeken welke bevolkingsgroepen daar het meeste voordeel van zullen hebben en in welke situaties.
Dr. Olivia Gilbert
A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: Ik denk dat er op dit moment bij lange na niet genoeg gebruik wordt gemaakt van monitoring op afstand. Nu apparaten waarmee je thuis je fysiologische parameters kunt meten steeds gebruikelijker worden, denk ik dat onze hele houding ten opzichte van wat het inhoudt om patiënt te zijn, zal veranderen. Je kunt in het comfort van je eigen huis vitale parameters meten zoals je hartslag en bloeddruk, en misschien zelfs je bloedglucose en zuurstofsaturatie, en de gegevens dan doorsturen naar je zorgverlener, met we je dan een consult hebt via een beeldverbinding. Daar werken we actief naartoe door de benodigde patiëntcategorieën te bepalen en kwalitatieve onderzoeken te doen om te beoordelen of patiënten het prettig vinden om zo afspraken te hebben met hun zorgverlener. En vanuit het oogpunt van de zorgprofessional: hoe vindt de verpleegkundige of arts het om met monitoring op afstand te werken? Ik denk dat dat ook heel belangrijk is. Niet alle patiënten zijn geschikt voor monitoring op afstand, maar ik denk dat we het gebruik ervan zullen zien toenemen, en dat zou een zeer ingrijpende verandering zijn in de manier waarop we zorg verlenen.
Ik denk dat er op dit moment bij lange na niet genoeg gebruik wordt gemaakt van monitoring op afstand.
Dr. Magnus Thorsten Jensen
V. Dr. Jennifer Franke: In de Future Health Index-enquête die Philips dit jaar uitvoerde, gaf ongeveer 40% van de leiders in de gezondheidszorg aan dat zij momenteel investeren in zorggerelateerde kunstmatige intelligentie om de langetermijnresultaten voor patiënten te verbeteren. Wat boeit je het meest aan de toepassing van AI in de cardiologie? A. Dr. Olivia Gilbert: De zorg bestaat dat AI meer oppikt dan de bedoeling is, waardoor er te veel consulten moeten plaatsvinden en er meer mensen ongerust worden gemaakt dan noodzakelijk. Maar nu we leren hoe we AI kunnen gebruiken om gevaarlijke hartritmes te detecteren, denk ik dat het een buitengewoon opwindende kans is om gevaarlijke aritmieën te voorkomen en te verminderen. En via draagbare apparaten zoals smartwatches kunnen we mensen stimuleren om meer te gaan staan, bewegen en ademen, dus het is een zeer opwindende technologie. A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: Ik zie ook twee andere grote voordelen van AI die de manier waarop we geneeskunde uitoefenen zullen veranderen. Een daarvan is automatisering, vooral bij cardiale beeldvorming. Ik denk dat we zeer binnenkort geautomatiseerde algoritmen kunnen toepassen die het veel gemakkelijker en toegankelijker maken om informatie over het hart te verkrijgen op basis van beeldvorming. Een andere heel interessante ontwikkeling is vroegtijdige diagnose en voorspelling op basis van grootschalige gegevens. Als we bijvoorbeeld deep learning en andere AI-methodologieën gebruiken om ecg-metingen van een smartphone of andere bronnen te analyseren, denk ik dat we subtiele patronen kunnen detecteren die verband houden met hartaandoeningen en die we nu nog niet kunnen herkennen. Ik denk dan ook dat automatisering en vroegtijdige diagnose en voorspelling de belangrijkste ontwikkelingen zijn voor de toekomst.
V. Dr. Jennifer Franke: Nog één laatste vraag: wil je nog iets over cardiovasculaire zorg met onze lezers delen wat jij persoonlijk erg belangrijk vindt? A. Dr. Olivia Gilbert: Het eerste wat ik mijn patiënten tegen mijn patiënten zeg, is: 'bewegen is leven', omdat we weten dat lichaamsbeweging een enorm grote rol speelt bij de preventie van hart- en vaatziekten. Het tweede wat ik tegen ze zeg, is dat ze een hoge bloeddruk hypertensie niet moeten negeren, want weten dat deze sluipmoordenaar het hoogste aanwijsbare risico is voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. En om hypertensie te voorkomen, zeg ik dat ze op hun natriuminname moeten letten en het als een vergif moeten beschouwen.
Bewegen is leven, we weten dat lichaamsbeweging een enorm grote rol speelt bij de preventie van hart- en vaatziekten.
Dr. Olivia Gilbert
A. Dr. Magnus Thorsten Jensen: In aanvulling op wat Olivia zei, wilde ik nog iets hoopgevends toevoegen. We worden steeds beter in het vaststellen van hartaandoeningen en we weten in principe wat de oorzaak ervan is. Nu moeten we er iets aan doen.
Vond u dit interessant?
Abonneer u nu op de Medisch Perspectief nieuwsbrief en ontvang ieder kwartaal relevante artikelen over innovaties in de cardiovasculaire zorg. Al ruim 9000 vakgenoten gingen u voor.
You are about to visit a Philips global content page
ContinueYou are about to visit the Philips USA website.
Ik begrijp het