De radiologen in Isala in Zwolle werken met de IntelliSpace Portal, waarin ze gebruikmaken van verschillende programma’s. Zo evalueren ze momenteel het MMTT-programma voor hersen- en longtumoren. Dat maakt het mogelijk om efficiënt te werken met de RECIST-criteria en geeft meer ruimte voor de klinische kant van het vak, merkt radioloog Martijn Boomsma.
Isala is een van de grootste oncologische centra van Nederland. Samen met Philips onderzoekt Isala onder andere het programma Multi Modality Tumor Tracking, kortweg MMTT, uit de IntelliSpace Portal voor automatische tumorsegmentatie van hersen- en longtumoren. “Bij hersentumoren bekijken we of we met MMTT preoperatief automatisch het volume kunnen schatten. We kijken ook postoperatief naar de aankleuring: is alles weg? Die autosegmentatie gaat soms niet zo automatisch als we verwachtten. De laborant moet vaak aanpassingen doen. Dat is een nieuwe ervaring. Enerzijds kwantificeer je het volume en de uitgebreidheid van de tumor, maar er is een menselijk oog nodig om het geproceste volume te autoriseren. En soms scheelt het tijd, soms niet. Belangrijk is dan om te weten waarom. Ik ken het algoritme erachter niet, de ontwerper bij Philips wel. Onze feedback is dus belangrijk voor de doorontwikkeling van het programma. Het leuke van het partnerschap met Philips is dat we nieuwe ontwikkelingen in een vroeg stadium kunnen uitproberen en zodoende kunnen ontdekken of iets handig is of niet.”
Standaard controlescan Binnen het programma kun je efficiënt met de RECIST-criteria werken. “Wereldwijd heeft men wat moeite met die criteria. Hier aanvankelijk ook, maar nu leggen we alles volgens RECIST vast. Ik vraag me af waarom die weerstand er is. Waarom wordt iets nieuws niet automatisch geaccepteerd als het geneeskundig belangrijk is? Want de criteria helpen clinici een behandeling voort te zetten of te stoppen. Bij een metastase in de lever zie je: die tumor is 2,4 centimeter, de vorige keer was die 1,8, dus er is toename. Je volgt het protocol. Maar soms verandert een tumor niet qua grootte, maar wel van karakter, bijvoorbeeld als er necrose optreedt. Sommigen zeggen dan: je ziet toch zonder te meten ook wel dat die gegroeid is? Maar de clinicus die de scan niet ziet en het verslag leest, wil het verschil weten tussen de vorige keer en nu. Hoe makkelijk is het niet om standaard een controlescan in te zetten? Dat de computer automatisch de laesies vindt en labelt, een tabel uitzet over vorige en nieuwe bevindingen, desnoods met grafische weergaven, ter ondersteuning van de klinische blik van de radioloog? We zitten heel erg bolletjes te meten, terwijl de bedoeling is dat we in de klinische modus zitten. Je krijgt dan letterlijk meer tijd, omdat er al dingen voor je gedaan zijn, en meer ruimte om je te richten op de ‘holistische’ benadering van de scan. Dit willen we bij onderzoek naar longkanker gaan valideren, bij mensen die bestraald worden of chemo krijgen. We gaan onderzoeken hoeveel tijd het een laborant kost, hoe goed het programma is, versus hoe de radioloog en de longarts meten.”
Nodulaire afwijkingen Groot ziekenhuis, grote volumes. Dus een grote belasting voor de afdeling radiologie, zegt Boomsma. Daarin kan het programma een goede ondersteuning zijn. “Landelijk wordt er inmiddels gescreend op darmkanker, met de fecaal-occult-bloedtest, de FOBT. Laatst had ik drie mensen op de CT die positief waren getest. Ze hadden een colonscopie gehad en moesten worden gestageerd. Ik bekeek die scans en dacht: de a-priorikans is niet zo groot dat deze mensen longuitzaaiingen hebben, want ze zijn bij de FOBT-screening ontdekt, dus waarschijnlijk minder vergevorderd dan bij mensen die symptomen hebben zoals obstructieklachten, pijn en diepe bloedarmoede. In die situatie zou het makkelijk geweest zijn als ik al een rapport had uit IntelliSpace dat er geen nodulaire afwijken waren gevonden. Natuurlijk kijk ik dan ook nog altijd zelf, maar dan had ik én een rapport én een screening gehad.”
Boomsma vindt ook de bookmarks in het programma handig. “Als je een tabel hebt van zeven laesies, is het fijn als je de laesies ziet van de vorige keer en nu. Alleen een tabel geeft weinig vertrouwen, bij de grafische weergave moeten de bronbeelden ook beschikbaar zijn. Die koppeling is er voor de TAVI, daar werken we veel mee. De laborant heeft het voorbewerkt, je ziet alle plaatjes uit verschillende hoeken. Het mooiste vind ik dat de mate van angulatie voor de buisstand op de angiokamer al weergegeven is. Modaliteiten over elkaar heen projecteren, zoals een CT-scan op de angiokamer importeren, dat kan er ook allemaal mee. We willen onderzoeken of we dat kunnen uitbreiden.”
Automatische COPD-meting Dat er meer automatisch kan, wil niet zeggen dat het altijd moet, zegt Boomsma. “Elke CT-scan van een thorax zou je een automatische COPD-meting kunnen meegeven zonder additionele straling. Dat kan met IntelliSpace. Ik heb gevraagd aan de longarts: als een patiënt kortademig is vanwege longfibrose, is het dan handig om standaard de mate van emfyseem te weten? Dat zou hij misschien ook hebben zonder longfibrose, van het roken bijvoorbeeld. Dan begrijp je waarom de patiënt zich zo voelt. Je kunt bij elke thoraxfoto bekijken hoeveel emfyseem er is. Dat deden we al in een soort subjectieve waarneming, dat gaven we ook al weer in een verslag. Maar als je dat doet, moet je het ook kwantificeren. Moet dat bij elke patiënt? Misschien geeft het onrust. Het zijn veranderingsprocessen waarmee we experimenteren om meerwaarde te blijven bieden. Automatische longemboliedetectie is binnenkort ook mogelijk. Dat soort dingen willen we altijd eerst lokaal valideren voordat we werkprocessen omgooien. We denken dat de acceptatie groter is als we het in kleinere setting hebben uitgeprobeerd en zelf hebben aangetoond of en hoe het werkt.”
Laborant als physician assistent Als het aan Boomsma ligt, krijgt de laborant binnen Isala meer verantwoordelijkheden. “Het is awareness over je vak in de toekomst. Willen we laboranten alleen maar laten scannen of ook als physician assistent taken laten uitvoeren? Internationaal is er een groot tekort aan radiologen. We willen talentvolle mensen in de zorg, en laboranten willen carrièreperspectief. Ze beginnen met buckyfoto’s, daarna worden ze CT- of MRI-laborant, en sommigen willen nog verder. Die zouden dan geen geneeskunde moeten hoeven studeren, maar zich specialiseren in post-processingtechnieken. In mijn opleiding moest ik alle reconstructies nog zelf maken, dus er is al veel veranderd, maar ik vind het tijd voor de volgende stap: kwantificeren van afwijkingen, automatisch meten met voorgaande scans. Dat helpt radiologen efficiënter te werken.” Nog een drijfveer in deze kwestie is een financiële, zegt Boomsma: “Men verwacht dat we meer gaan doen voor minder geld. In onze optiek is dat niet nóg sneller scannen of rapporteren. Daarin is een grens bereikt.”
IntelliSpace Portal levert een eenvoudige klinische workflow en samenwerkende tools om u te helpen uw dagelijkse routine te stroomlijnen. Ontdek de klinische toepassingen voor CT, MR, Advanced Molecular Imaging en Ultrasound.
You are about to visit a Philips global content page
ContinueYou are about to visit the Philips USA website.
Ik begrijp het