Hoe bevalt het werken met het dataplatform?
"We zijn XDS geleidelijk aan het uitrollen, door middel van pilots op verschillende afdelingen. Dat bevalt goed, de voordelen zijn duidelijk. We merken wel dat de werkwijze echt anders is dan wat we gewend waren. Om een voorbeeld te geven; voorheen moest je als medisch specialist bij de overdracht van een patiënt naar een ander ziekenhuis aangeven welke beelden je wilde delen. Nu hoeft dat niet meer. Mits de patiënt toestemming heeft gegeven en het radiologisch verslag is klaar, dan staat het automatisch gereed om gedeeld te worden binnen het XDS-platform."
Zijn er ook nog functionaliteiten die nog worden ontwikkeld?
"Beelden worden dus al automatisch uitgewisseld. Voor het doorsturen van andere informatie, zoals bevindingen van medisch specialisten, zijn we nu nog aangewezen op andere methodes waaronder secure e-mail of het sturen van brieven. We hopen daar ook snel stappen in te kunnen gaan zetten door bevindingen deelbaar te maken via PDF, XDS en waar mogelijk via de zogenaamde Zorginformatiebouwstenen (ZIB’s) zoals door NICT a IZ zijn beschreven.
Hoe sluit de ontwikkeling van het platform aan op de ambities van het BovenIJ?
"Heel goed. Als BovenIJ werken we steeds meer samen met andere ziekenhuizen waar soms een deel van de behandelingen wordt uitgevoerd. Uitwisseling van informatie is daarvoor essentieel en met XDS kunnen we dat doen, met veel minder administratieve handelingen (en daardoor kans op fouten) dan voorheen."
Enovation en Philips zijn onlangs gestart met een initiatief om XDS-netwerken van ziekenhuizen te koppelen, waardoor het uitwisselen van patiëntgegevens op landelijk niveau mogelijk wordt. Hoe kijk jij tegen deze ontwikkeling aan?
"Dat lijkt me een goed initiatief, zolang het voldoet aan hetzelfde beginsel van XDS: dat het een open standaard is die aansluit bij de standaarden die binnen Twiin worden bedacht. Dat betekent leveranciersonafhankelijk en voor iedereen toegankelijk om toe te treden. Voor het BovenIJ richten we ons op de korte termijn vooral op de uitwisseling binnen de eigen regio maar ik hoop zeker dat als volgende stap de verschillende regio’s goed op elkaar gaan aansluiten, zodat we op een later moment ook landelijk kunnen gaan uitwisselen."