Eigen woningen, medische zorg en toegang tot onderwijs. Gerard Philips geloofde dat het welzijn van zijn medewerkers de basis van het succes van zijn bedrijf vormde. In een tijd waarin de arbeidsomstandigheden vaak erbarmelijk waren, streefde Gerard naar een betere werkplek voor zijn medewerkers. In hoeverre zit het sociale aspect 132 jaar later nog steeds verankerd in het DNA van het bedrijf?
Gerard was zijn tijd ver vooruit als het gaat om sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Toen hij Philips oprichtte in 1891 waren bedrijven vooral gericht op winstmaximalisatie en arbeidsomstandigheden waren ronduit slecht. Werknemers van jong tot oud maakten lange dagen om het schamele gezinsinkomen aan te vullen. Vaak onder zware omstandigheden en met weinig rechten. Ze mochten blij zijn dat ze überhaupt een betaalde baan hadden, was de heersende gedachte.
Gerard deed het anders. Hij zag de waarde van zijn medewerkers en besefte dat hun welzijn en ontwikkeling het succes van het bedrijf op de lange termijn kon bepalen. In zijn ogen verhoogde een positieve en gezonde werkomgeving de productiviteit en betrokkenheid van zijn werknemers. En dat daarmee ook de kwaliteit van de producten zou toenemen, wat uiteindelijk weer zou resulteren in de winstgevendheid van het bedrijf.
Gerard groeide op in een sociaal betrokken familie die veel deed aan armoedebestrijding. Het zat in de familietraditie om goed voor een ander te zorgen. Het bedrijf voelde zich geroepen om een aantal taken van de nationale en lokale overheid op zich te nemen, omdat het daar niet of niet snel genoeg van kwam. Binnen zijn eigen bedrijf ontwikkelde hij daarom verschillende initiatieven om de levensomstandigheden te verbeteren, zodat het bedrijf daar ook van zou profiteren.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit sinds de oprichting in het DNA van het bedrijf. Duurzaamheid is daarbij een onlosmakelijk onderdeel van de strategie om het leven van mensen beter te maken. Philips heeft geen duurzaamheidsstrategie, maar een duurzame strategie. Het bedrijf opereert volgens hoge normen op het gebied van milieu, sociale zaken en governance (ESG). Een voorbeeld van het nemen de sociale verantwoordelijkheid is de inzet voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit komt ten uiting in het Philips Werkgelegenheidsplan (WGP) dat 40 jaar geleden ontstond in de geest van Gerard.
Het WGP werd opgericht als reactie op de arbeidsduurverkorting ingesteld door de overheid door middel van het Wassenaar akkoord (1982) om meer banen te creëren in tijden van hoge werkloosheid. In plaats van deze arbeidsduurverkorting te volgen, creëerde Philips ongeveer 650 werkervaringsplaatsen voor jongeren en later werden ook andere groepen (langdurig) werklozen in het programma opgenomen.
Het werkgelegenheidsplan heeft in de afgelopen 40 jaar veel maatschappelijke waarde gecreëerd. Uit het recente jaarverslag van het WGP blijkt dat sinds de start in 1983 zo’n 13.365 mensen deelnamen aan het programma. In 2022 stroomde 71 procent van de deelnemers uit naar betaald werk, de afgelopen drie jaar ligt dat gemiddelde op 70 procent.
Uit het promotieonderzoek van Roy Peijen aan de Universiteit van Tilburg bleek dat het Philips Werkgelegenheidsplan (WGP) ook op de langere termijn de kansen op een baan vergroot. Oud-deelnemers hebben bijvoorbeeld op de lange termijn gemiddeld 8 procent méér werkzekerheid dan vergelijkbare werklozen die via publieke activeringskanalen zoals het UWV en de gemeente de arbeidsmarkt instromen. Eerder onderzoek wees al uit dat de baankans voor deelnemers aan het ontwikkelprogramma met 18 procent wordt vergroot.
Veel mensen hebben dankzij het plan werkervaring op kunnen doen en zijn doorgegroeid naar betaald werk. Een van hen is Yaman (foto). Hij werkt als operator bij Philips nadat hij moest vluchten. Yaman: “Ik werkt als ingenieur veel buiten, totdat het te veel bommen begon te regenen in Syrië.” Zijn diploma uit Syrië bleek niet voldoende om zijn oude beroep hier op te pakken. Hij werkte tijdelijk als CNC-operator toen hij hoorde over de kans om bij Philips een leerwerktraject in het WGP te starten. “Sinds ik naar Nederland kwam, was het mijn droom om te werken voor Philips”, zegt hij.
Ook voor Anne (49) bleek het werkgelegenheidsplan een duw in de juiste richting. Ze was werkloos, maar ze vond zichzelf te jong om thuis te zitten. In 2019 begon ze in een re-integratietraject, maar dat bleek niet succesvol. Anne: “Het duurde en duurde, ik solliciteerde meerdere keren, maar er kwam niets.” Via het UWV kwam ze in contact het werkgelegenheidsplan van Philips en binnen 3 dagen kon ze beginnen. Ze kwam terecht bij een afdeling waar ze kisten inpakte en gereedschap controleerde. Na een jaar maakte ze de overstap binnen Philips naar MR Components in Best en dat bleek een gouden zet.
Ze werkte er een half jaar en kreeg meteen een vast contract. Nu werkt ze met veel plezier aan het bouwen van kabinetten. Anne: “Het is best een technische baan voor iemand zonder technische achtergrond. Ik leer vooral door het te doen, niet uit de boekjes. We lezen de werkinstructies, kijken het na en bouwen het. Dat bevalt me goed en het is leuk om te doen.”
Dit artikel is een samenvatting van het artikel uit de GERARD, het themanummer van FRITS magazine over Gerard Philips en zijn nalatenschap. Bekijk hier het volledige artikel.