De Cyber Security Raad is een nationaal en onafhankelijk adviesorgaan van het kabinet en bedrijfsleven dat is samengesteld uit hooggeplaatste vertegenwoordigers van publieke en private organisaties en de wetenschap. De raad zet zich op strategisch niveau in om de cybersecurity in Nederland te verhogen. Dit jaar bestaat de raad tien jaar. Co-voorzitters Sylvia van Es (President Philips Nederland) en Pieter-Jaap Aalbersberg (NCTV) kijken samen met Michel van Eeten (Professor Governance of Cyber Security) terug, en vooruit, op het belang van de raad en de gedeelde publieke, private en wetenschappelijke visie op basis waarvan onze adviezen aan de regering tot stand komen.
“Cybersecurity moet topprioriteit zijn. Digitalisering is pas een succes als we niet alleen de veiligheid kunnen garanderen voor bedrijven en organisaties, maar ook voor individuen”, aldus Sylvia. “Een integrale benadering en eenduidig beleid is inderdaad noodzakelijk, echter is daarvoor wel een forse investering nodig: minimaal 833 miljoen euro, zoals terug te lezen is in ons adviesrapport ‘Integrale aanpak cyberweerbaarheid’. Ik zie in het coalitieakkoord hoopvol stemmende zinnen over een centraal gecoördineerde en structurele samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Tegelijkertijd zie ik nog een groot gat tussen de investeringen die wij adviseren en de investeringen die worden voorgesteld. Om Nederland ook in de toekomst een open, vrije en welvarende samenleving te laten zijn moet het nieuwe kabinet hiermee aan de slag.”
“Het feit dat we in Nederland koploper op het gebied van digitalisering zijn, is een mooie basis. Maar ik zie nog wel uitdagingen, bijvoorbeeld in het ontsluiten van data op een verantwoorde manier. Voor technologieën als kunstmatige intelligentie zijn nu eenmaal grote hoeveelheden ontsloten data nodig”, vertel Sylvia. “De wetgeving zou op Europees niveau geharmoniseerd moeten zijn, maar is in de praktijk op uitvoeringsniveau nog versnipperd. Ook is een verdere verheldering van een aantal data protectie concepten zoals anonimisering noodzakelijk. Ik maak me in dat kader zorgen over een level-playing field, zowel binnen Europa als ten opzichte van de rest van de wereld. We moeten voorkomen dat we op achterstand komen te staan. Onderaan de streep geldt dat digitale veiligheid van het grootste belang is, alle kansen en mogelijkheden om innovaties te bereiken hangt daarvan af.”