Maarten van Rossem vertelt in zijn zeer goed beluisterde podcast het volgende: “De meeste historici zijn totaal, nul-komma nul geïnteresseerd in technologie. In de historische wereld krijgt de techniek veel te weinig aandacht”. Reden te meer voor het Philips Museum om aandacht te besteden aan techniekgeschiedenis in de vorm van minicolleges. Olga Coolen, directeur van het Philips Museum, vertelt bevlogen over het belang van de geschiedenis van de techniek en de technologie. Waar andere landen deze geschiedenis al langer omarmen als wezenlijk onderdeel van hun cultuur lijkt er ook in Nederland meer belangstelling te komen. “Landen als Duitsland, Amerika, Frankrijk en Groot-Brittannië voelen zich van oudsher veel meer verwant met hun techniekgeschiedenis. Zij ontlenen daar ook een deel van hun identiteit aan”, aldus Coolen.
Nederland bleef op dit gebied lange tijd achter. En dat terwijl de eerste helft van de 20e eeuw ook wel de Tweede Gouden Eeuw wordt genoemd. In de eerste twee decennia werden er verschillende Nobelprijzen gewonnen door Nederlandse wetenschappers. Bovendien vonden er in die tijd veel technische vernieuwingen en innovaties plaats. Coolen vertelt: “Dat zie je ook vertaald naar grote bedrijven. Philips was in 20ste eeuw bijvoorbeeld de grootste industriële werkgever in Nederland. Ook Shell, DSM, de Koninklijke Hoogovens, en Unilever kwamen allemaal op in 20ste eeuw.” In de jaren 80 van de vorige eeuw kregen historici oog voor het feit dat techniek een grote rol speelde in de loop van de geschiedenis. “Techniekstudenten krijgen nu standaard een stuk techniekgeschiedenis mee. Al valt dat nu meestal onder de noemer transitiestudies. Geschiedenis gaat immers om transitie, om verandering.”
Om deze geschiedenis voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk te maken, heeft het Philips Museum zeven minicolleges ontwikkeld. “De minicolleges gaan over verschillende technologische ontwikkelingen. We hebben enkele onderwerpen gekozen waarbij Philips een belangrijke rol heeft gespeeld”, zegt Coolen. De colleges van DWDD University vormden een inspiratiebron: “We wilden toegankelijke verhalen maken over een stuk van de technologiegeschiedenis. En dat is gelukt.” Het gaat dus om zeven onderwerpen, te weten: de kracht van glas, van analoog naar digitaal, het ontstaan van radiotechniek, de kracht van innovatie, van radiolamp tot LED, het ontstaan van televisie en de ontwikkeling van röntgen. De colleges duren elk dertig tot veertig minuten en bij elk onderwerp komt er een expert aan het woord. “Het gaat om zes museumdocenten met expertise in het onderwerp. Om het eenvoudig maar ook aantrekkelijk uit te leggen, laten zij bij de verhalen verschillende alledaagse gebruiksvoorwerpen zien.”
De laagdrempelige uitleg zorgt ervoor dat de colleges goed te volgen zijn door zowel professionals als door mensen die nog niet zo ‘techwijs’ zijn. “Juist doordat technologie zo’n grote vlucht heeft genomen, is het voor veel mensen ontastbaar en abstract geworden”, meent Coolen. “Die complexiteit kan ervoor zorgen dat ze zich niet meer betrokken voelen en dat ze vervreemd raken van technologie. Daardoor vinden ze het soms eng of sluiten ze zich er voor af. Om die vervreemding te voorkomen, is educatie noodzakelijk. Daarmee wordt er meer betrokkenheid gecreëerd. We vinden het heel belangrijk dat mensen zich op zijn minst verwonderen over techniek.”
Coolen noemt de radio als voorbeeld. “Bij de introductie van de radio werden mensen voor het eerst draadloos over lange afstanden met elkaar in verbinding gebracht. Opeens kon je vanuit Indonesië horen wat de koningin in Nederland te vertellen had. De verwondering die men in die tijd ervoer, zorgt voor herkenning. De techniek van de radio is bovendien redelijk eenvoudig uit te leggen. Je zou kunnen zeggen dat de radioverbinding van toen de wifi-verbinding van nu is. Sterker nog: wifi zou zonder radio onmogelijk zijn geweest. Door middel van dit soort vergelijkingen maak je het allemaal veel tastbaarder en beter te begrijpen.” Er is echter niet alleen veel te leren voor de mensen die niet zoveel weten over technologie. Na de voorvertoning van de colleges bleken ook de professionals vol verwondering. ‘Dat was voor mij echt een eye-opener’, zegt Coolen. “Verschillende techneuten gaven aan dat ze allemaal nieuwe dingen hadden gehoord. Het geeft hen een soort helikopterview, meer inzicht in de samenhang binnen techniek.” Die samenhang onderstreept het belang van kennis over de techniekgeschiedenis misschien nog wel het meest. Coolen legt uit: “Bijna alles wat we doen en alles wat er om ons heen is, is voortgekomen uit technologie. Denk aan communicatie, transport, waterhuishouding of eten en drinken. Alles heeft een oorsprong in de techniek. Het maakt ons leven makkelijker en efficiënter en we lossen er problemen mee op.”
Ook vandaag de dag zijn er nog veel problemen die moeten worden opgelost. “We willen ziektes genezen, de kwaliteit van ons leefmilieu verbeteren, voedsel produceren voor de hele wereld en fatsoenlijk kunnen wonen. Techniek en technologie spelen hierin een cruciale rol.” Om tot goede oplossingen te komen, moet een probleem eerst grondig worden geanalyseerd. Coolen: “Het begint met een analyse van de context. Daarbij kan je kort of lang terugkijken. Voor het ene probleem zal je verder terug moeten gaan in de tijd dan voor het andere probleem. Maar de analyse hangt altijdsamen met hoe je ergens als maatschappij mee bent omgegaan. De gebruiker, de omgeving en de technologie vormen een drie-eenheid.” Kennis van de geschiedenis kan daarbij dus niet ontbreken. “We moeten blijven leren om richting te kunnen geven aan de toekomst. En als je wil leren, zal je naar de geschiedenis moeten kijken. Veel oplossingen komen voort uit het verbeteren en vervolg geven aan iets wat eerder is besloten.” Dit interview is gemaakt door Innovation Origins.
You are about to visit a Philips global content page
Continue Praktische informatie
Philips Museum Emmasingel 31 5611 AZ Eindhoven Receptie +31 (0)40 235 90 30 Boekingen & Sales +31 (0)6 – 29 12 30 86 Pers +31 (0)6 81 09 07 68
Toegankelijkheid Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP)
Het Philips Museum is goed toegankelijk voor mindervalide bezoekers. Er is een mindervalide toilet aanwezig en we beschikken over een lift. Ook hulphonden mogen (indien nodig) naar binnen. Er is een rolstoel aanwezig. Indien gewenst graag vooraf reserveren door te bellen met +31 (0)40 235 90 30.
Voor het afgeven van oude Philips-producten kun je terecht bij de Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP) via www.philips-historische-producten.nl of mail naar sbhp@kpnmail.nl.
Historische foto’s, brieven, documenten en brochures van Philips kun je doneren aan ons museum.
Philips Museum
You are about to visit a Philips global content page
Continue