Wat stond jarenlang als nummer één op de lijstjes met spullen om mee te nemen op vakantie? De cassettebandjes! Om onderweg in de auto af te spelen ter afwisseling met de radio, om je favoriete muziek op de camping geen seconde te hoeven missen, om je eigen dansmuziek op discoavonden door de dj te laten draaien. Of tijdens de lange rit naar je vakantiebestemming nog even nuttige zinnetjes in de taal van het vakantieland te oefenen. Tegenwoordig doen wij dat met apps op onze smartphone. Wat nu een relict uit een vervlogen tijd is, was op het moment van de introductie een revolutie in een plastic doosje. Een Philipsvinding uit 1963.
In 1961 kreeg de ontwikkelgroep recorders van Philips Hasselt in België de opdracht een kleine magnetische recorder op batterijen en een bijbehorend cassettebandje, bestemd voor thuisgebruik, te ontwikkelen. Dit om de in die tijd gangbare bandrecorders te vervangen. De fabriek in het Belgische Hasselt voor de productie van platenspelers en bandrecorders opende haar deuren in 1955. In 1957 werd Lou Ottens hoofd van de afdeling Productontwikkeling: “Wij hadden een jong team in een jonge fabriek. Wij waren betoverd door het idee om alles zo klein mogelijk te maken,” vertelde Ottens in interviews. Het succes van de kleine bandrecorder EL3585, ontwikkeld in Hasselt en in 1959 op de markt gebracht, gaf het juiste duwtje in de rug. Bij het ontwikkelen van het nieuwe apparaat besloot Ottens zich te richten op het gebruiksgemak: iedereen, jong en oud en zelfs de onhandigste moest het nieuwe apparaat met hetzelfde gemak kunnen bedienen.
Lou Ottens liet een houten blokje zagen en dat moest in zijn jaszak passen. Dat formaat was bepalend voor de omvang van de cassette en het apparaat. “Klein betekent draagbaarheid, een laag energieverbruik en lage kosten. Die drie eigenschappen zijn zeer aantrekkelijk voor de klant,” aldus Lou Ottens. Het museumstuk is helaas niet bewaard gebleven. Ook andere elektronicabedrijven experimenteerden met kleinere geluidsdragers. De grootste verdienste van de onderzoekers in Hasselt lag in het feit dat ze erin slaagden de bestaande technologieën in een klein, handig en werkbaar formaat te combineren. Tientallen technici en designers hebben aan het apparaat gewerkt, in eerste instantie bestemd voor het opnemen van gesproken woord. Deze doelstelling werd al enkele maanden later verruimd. Ze streefden naar een zodanige kwaliteit dat ook muziek kon worden opgenomen en afgespeeld.
Het nieuwe apparaat, de Philips Pocket Recorder EL 3300 en de bijhorende cassette EL1903 werden voor het eerst op de Internationale Funkausstellung [IFA] 1963 in Berlijn aan het publiek voorgesteld. Onmiddellijk trok het apparaat veel belangstelling. Het was zo klein in vergelijking met de grotere bandrecorder die toen gebruikelijk was, dat het meteen een sensatie veroorzaakte. Het team onderzoekers van Philips besefte op dat moment niet welke impact hun innovatieve product op de wereld van de muziek en de consumentenelektronica zou hebben. Ottens herinnert zich dat de Japanse bezoekers ijverig aantekeningen maakten en foto’s namen bij de stand van Philips. Binnen een jaar overspoelden imitaties in verschillende formaten de markt. Voor het slagen van het concept van het geluidscassettesysteem was standaardisatie en compatibiliteit noodzakelijk: één apparaat, één standaard, één muziekdrager. Philips verleende aan andere fabrikanten gratis licentie op het compact-cassettesysteem, mits zij zich zouden houden aan bepaalde technische voorschriften. De Philips Compact Cassette werd de wereldstandaard.
In maart 1965 bracht Philips in samenwerking met Polygram de voorbespeelde (onuitwisbare) zogenoemde Musicassettes op de markt, samen met de Cassette Recorder EL 3301. In 1966 werd de cassetterecorder ingebouwd in een draagbare radio. Een jaar later volgden de eerste autoradio-cassetterecordercombinatie en de mini-cassette voor de dicteerapparaten. In september 1967 meldde de Philips Koerier dat er al zeventig firma’s in de wereld waren, die alleen al op basis van het compact-cassettesysteem een cassetterecorder met onbespeelde cassettes fabriceerden. Het internationale programma musicassettes omvatte twaalfhonderd stuks van zeventig verschillende labels.
De compact cassette bleef ruim 35 jaar lang een belangrijke geluidsdrager en werd het meest gebruikte opnamesysteem voor thuis. De kwaliteit van de magneetband en het opnamesysteem werd voortdurend verbeterd. Het was betaalbaar en bood ongekende mogelijkheden met groot bedieningsgemak. Tot in de verste uithoeken van de wereld drong de uitvinding uit Hasselt door. Onder jongeren in de jaren ’70 en vooral jaren ’80 van de 20ste eeuw was het een groot succes. De naar eigen smaak samengestelde mixtapes worden door velen nog als relikwie uit dit tijdperk bewaard. Door gelijktijdig twee knoppen in te drukken - record en play - nam je op wat je maar wilde: geluiden, radioprogramma’s, audio boodschappen voor je familie of vrienden. De cassettebandjes werden echter vooral gebruikt voor het opnemen van muziek.
Tegenwoordig luisteren wij naar onze persoonlijke playlists via onze smartphone. In de jaren ’70 en ’80 waren er echter nog geen streamingdiensten. De nieuwste hits nam je van de radio op met je cassetterecorder, liefst zonder de stem van de presentator of DJ die de eerste seconden door de muziek heen praatte. Het cassettebandje kon je vervolgens in je broekzak overal mee naar toe nemen, op elk tijdstip beluisteren, met vrienden uitwisselen en kopiëren. In eigen beheer uitbrengen van muziek behoorde nu ook tot de mogelijkheden. Nieuwe muziekstijlen zoals hip-hop, punk en andere genres die uit subculturen ontstonden, vonden met een cassettebandje sneller en makkelijker hun weg naar het luisterend publiek. Het principe van opnemen en afspelen was steeds hetzelfde. Wereldwijd. Ongeacht het merk van de tape of de apparatuur. Liep het bandje vast? Op een simpele manier kon je het herstellen: een potlood was voldoende. Was het afgescheurd? Met een stukje plakband was het verholpen. En het kaartje in het doosje kon je op een creatieve manier helemaal persoonlijk maken.
In de muziekwereld wordt nog steeds naar cassettebandjes gegrepen. Met het makkelijke opnamesysteem kunnen muzikale producties snel opgenomen worden. In tegenstelling tot een digitale opname heeft men iets tastbaars. In de interviews gaf Lou Ottens aan niets te hebben met de cassettebandjes-nostalgie. Hij keek liever vooruit dan achteruit. “De cassette is geschiedenis,” zei hij. “Ik vind het leuk als er iets nieuws komt.” Terwijl de compact cassette aan haar opmars bezig was, werkten Ottens en vele andere ingenieurs van Philips al aan de ontwikkeling van een nog grotere muziekinnovatie… de compact disc.
Artikel geschreven door Miriam Lengová, Philips Company Archives
Copyright: Koninklijke Philips / Philips Company Archives.
You are about to visit a Philips global content page
Continue Praktische informatie
Philips Museum Emmasingel 31 5611 AZ Eindhoven Receptie +31 (0)40 235 90 30 Boekingen & Sales +31 (0)6 – 29 12 30 86 Pers +31 (0)6 81 09 07 68
Toegankelijkheid Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP)
Het Philips Museum is goed toegankelijk voor mindervalide bezoekers. Er is een mindervalide toilet aanwezig en we beschikken over een lift. Ook hulphonden mogen (indien nodig) naar binnen. Er is een rolstoel aanwezig. Indien gewenst graag vooraf reserveren door te bellen met +31 (0)40 235 90 30.
Voor het afgeven van oude Philips-producten kun je terecht bij de Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP) via www.philips-historische-producten.nl of mail naar sbhp@kpnmail.nl.
Historische foto’s, brieven, documenten en brochures van Philips kun je doneren aan ons museum.
Philips Museum
You are about to visit a Philips global content page
Continue