Nadat hij in Delft was afgestudeerd als werktuigbouwkundig ingenieur, volgde Gerard een cursus 'Elektrische verlichting en transmissie-energie' aan de Universiteit van Glasgow. Aan deze universiteit kreeg hij een positie aangeboden in de onderzoeksgroep 1886-1887 onder leiding van Sir William Thomson, de latere Lord Kelvin. Daarna deed hij ervaring op in het bedrijfsleven, eerst in Londen bij Anglo-American Brush Electric Light Corporation en later in Berlijn als medewerker van Allgemeine Elektricitäts-Gesellschaft (AEG).
Gerard Philips was niet alleen hoogopgeleid, maar had ook gevoel voor ondernemerschap. Samen met zijn vader Frederik ontwikkelde hij een bedrijfsplan dat zich onderscheidde van andere fabrikanten. Gerard zag een concurrentievoordeel door zich te richten op de optimale fabricagetechniek voor één enkel product: de kooldraadlamp. Voor andere bedrijven waren gloeilampen slechts een onderdeel van een groter assortiment elektronische producten. Maar niet voor Gerard; hij kocht zelfs halffabrikaten als glas en lampfittingen van derden.
Zijn aanpak was zeer succesvol. Binnen tien jaar na de oprichting van Philips op 15 mei 1891, was het een geduchte concurrent voor industriële reuzen als Siemens & Halske, AEG en General Electric. Gedurende zijn hele werkzame leven bleef Gerard Philips zich bezighouden met de kwaliteit van fabricageprocessen. Zijn adagium was: 'Als de kwaliteit er is, komt de kwantiteit vanzelf'.