jun 19, 2025 | 2 minuten leestijd
Radioloog en onderzoeker Inge van den Berk ontving de Frederik Philipsprijs 2025 voor haar proefschrift over ultra-low-dose CT (ULDCT) bij patiënten met longklachten op de spoedeisende hulp. Zij ontving de award tijdens de Radiologendagen 2025 voor haar proefschrift ‘Imaging in patients suspected of non-traumatic pulmonary disease at the emergency department: chest X-ray or ultra-low-dose CT’.
Het onderzoek van Van den Berk biedt belangrijke inzichten voor de toekomst van patiëntgerichte zorg, met aandacht voor zowel betere diagnostiek als invloed op de gezondheid van de patiënt. Ze onderzocht of patiënten daadwerkelijk beter af zijn met een ULDCT-scan in plaats van de klassieke thoraxfoto, wanneer zij zich melden met benauwdheid, hoesten of koorts op de spoedeisende hulp (SEH).
ULDCT is een techniek die aanzienlijk minder straling geeft dan een reguliere CT-scan, maar wel gedetailleerdere beelden oplevert dan een gewone röntgenfoto. Hoewel ULDCT iets duurder is en minder algemeen beschikbaar, biedt het duidelijke voordelen in diagnostische zekerheid.
“We wilden weten of patiënten sneller de juiste diagnose en behandeling krijgen en of ze zich daardoor eerder beter voelen”, legt Van den Berk uit. “Daarnaast onderzochten we ook of deze methode leidt tot minder ziekenhuisopnames, kortere opnameduur en minder foute diagnoses.”
Het onderzoek, uitgevoerd in het Amsterdam UMC (locatie AMC) en het Spaarne Gasthuis, omvatte bijna 2.500 patiënten en werd georganiseerd via maandelijkse blokrandomisatie. Iedere maand werd op basis van randomisatie gekozen voor ofwel de traditionele thoraxfoto ofwel ULDCT als standaard onderzoeksmethode. Deze aanpak hielp het medische team om zich goed aan te passen aan de werkwijze en minimaliseerde logistieke complicaties op de drukke SEH.
“We kozen bewust voor deze aanpak”, zegt Van den Berk. “Het is een geaccepteerde pragmatische methode om in de dagelijkse praktijk goed te vergelijken welke techniek uiteindelijk het beste werkt voor patiënten.”
Een opvallend resultaat van het onderzoek was dat de patiëntgezondheidsuitkomsten bij beide technieken minimaal gelijkwaardig bleken. Toch biedt ULDCT voordelen op andere vlakken, zoals een hogere diagnostische zekerheid. Van den Berk benadrukt dat het cruciaal blijft om af te wegen wanneer deze kostbaardere diagnostiek gerechtvaardigd is: “Door deze studie weten we beter welke patiëntgroepen daadwerkelijk profiteren van ULDCT. Voor specifieke patiëntgroepen, zoals oudere en/of kwetsbare mensen met een verhoogd risico op complicaties, zou het goed kunnen dat ULDCT de voorkeur krijgt. In andere gevallen blijft de thoraxfoto waarschijnlijk prima voldoen.”
Wat het onderzoek van Van den Berk vooral bijzonder maakt, is de nadruk op het welzijn en de gezondheid van de patiënt. “Bij diagnostisch onderzoek kijken we vaak naar hoe accuraat een techniek is, maar wij stelden juist expliciet de vraag: wordt de patiënt hier beter van?” Volgens Van den Berk is die vraag belangrijk omdat er steeds meer mogelijk is in de gezondheidszorg, maar door de schaarste van middelen is het nodig te weten wanneer een kostbaarder onderzoek ingezet moet worden.
De Frederik Philipsprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan het beste medische proefschrift en onderstreept het belang van innovatie en onderzoek dat de zorg concreet verbetert. Voor Van den Berk is deze prijs een belangrijke erkenning van jarenlang intensief onderzoek naast haar klinische werk en gezinsleven. “Het winnen van deze prijs is overweldigend”, zegt ze. “Het voelt als een prachtige erkenning van ons werk. Het belangrijkste is dat we keuzes in de zorg blijven onderbouwen met data. Met deze studie hebben we hopelijk een waardevolle bijdrage geleverd aan de discussie daarover.”