“Vakantie? Neen, dat hadden we eigenlijk niet,” vertelden oud-werknemers aan de Philips Koerier in 1954. “Vakantie, dat was iets voor een klein groepje bevoorrechten. De massa kwam daar niet aan toe. Zondag, dan waren wij vrij. En als het kermis was. Maar dat betekende verlet. Voor die dagen kregen we geen loon.”
Vrij besteedbare betaalde vakantiedagen waren op het moment van de oprichting van de firma Philips & Co. een onbekend begrip. Aan het begin van de 20ste eeuw bestond een normale werkdag uit 10 uur. Er werd ook op zaterdagen gewerkt, een werkweek telde dus 60 werkuren. Op zondag en algemene christelijke feestdagen waren werknemers vrij. In Eindhoven vierde men ook nog heiligendagen. Daar kwamen bij als vrije dag: de kermis, de carnavalsdagen en een zogenoemde patroonsdag, waarop alle fabrieken en werkplaatsen gesloten waren. Niet elke werknemer was blij met zo veel vrije dagen, zeker niet als daardoor ook loon werd misgelopen. In het Reglement voor de werklieden op de fabrieken der firma Philips & Co. was vastgelegd dat Philips voor de vrije dagen de helft van het normaal op die dag gewerkte aantal uren uitbetaalde. Onder bepaalde voorwaarden was het mogelijk overuren aan te vragen om het gemiste loon in te halen.
Een enkele keer organiseerde Philips ook uitstapjes voor het personeel. De reis ging dan bijvoorbeeld naar een circusvoorstelling in Tilburg of naar het circus Barnum & Bailey in Den Bosch; een rit met twaalf door paarden getrokken omnibussen. In 1902 bezocht een groep personeelsleden de Gewerbeausstellung in Düsseldorf. Op 12 juni 1907 berichtte de Peel en Kempenbode: “Op 11 juni 1907 ‘s avonds gingen ongeveer 400 arbeidsters en arbeiders per tram naar Helmond om de voorstelling van Carré bij te wonen. Dit hadden zij te danken aan de menslievende gevoelens van de heren Philips, die reeds vaker getoond hebben wat voor hun werklieden over te hebben.” Maar weinig werknemers hadden de middelen om zelf reizen te maken. Een dag naar de dierentuin of het strand gold als een bijzondere belevenis.
Op 25 november 1918 voerde Philips de achturige werkdag in met behoud van het oude loon. Ook kwam er een regeling voor de vrije zaterdagmiddag. Verder kreeg iedere werknemer tenminste drie werkdagen betaald verlof en werd het loon voortaan volledig doorbetaald op de algemeen erkende christelijke feestdagen. Twee jaar later werd een vakantieregeling met zogenaamde vakantieniveaus vastgelegd. De lengte van de diensttijd, leeftijd en aard van de functie telden mee bij het toekennen van vakantie boven het minimum van drie dagen fabrieksvakantie. Eventuele extra vakantiedagen dienden aaneengesloten opgenomen te worden.
Ontspanning tijdens de driedaagse fabrieksvakantie op Molenheide, gelegen tussen Geldrop en Mierlo. Copyright: Koninklijke Philips / Philips Company Archives.
In 1921 werd het Philips-de Jongh Ontspanningsfonds opgericht. In de beginjaren lag het accent van de activiteiten van het fonds vooral op de ontspanning tijdens de driedaagse fabrieksvakantie. Deze viel samen met de Eindhovense kermis. Het fonds organiseerde fietstochten en natuurwandelingen in de omgeving, maar ook grote familietochten naar bijvoorbeeld de IJzeren Man in Weert, waar men met 10 of 12 vrachtauto’s heentrok of met extra trams naar het dichterbij gelegen lustoord “Molenheide”, tussen Geldrop en Mierlo. Op het sportterrein in Eindhoven (en later op Molenheide) was er een groots feest voor gezinnen met clowns, muziek, verschillende wedstrijden en poppentheater. In 1924 kostte een kaartje voor zo’n volksfeest op Molenheide 30 cent, inclusief tramkaartjes. Wie met de eigen fiets kwam, kreeg de helft van dat bedrag terugbetaald.
Met ingang van 1 januari 1929 gaf Philips twee katholieke feestdagen vrij: 15 augustus [Maria-Hemelvaart] en 1 november [Allerheiligen]. Hierdoor steeg het minimale aantal fabrieksvakantiedagen naar vijf. Viel een van deze dagen op een zondag, dan werd een andere dag als vakantiedag gegeven. Moest er op één van de fabrieksvakantiedagen toch gewerkt worden, dan kreeg men de mogelijkheid om deze vakantiedagen later op te nemen.
Het Philips-de Jongh Ontspanningsfonds stimuleerde verschillende vormen van ontspanning door sport, fiets- en wandeltochten in de natuur, kamperen, maar ook reizen buiten eigen stad en regio. In 1929, zoals blijkt uit een bericht geplaatst in de Meierijsche Courant, bood de onderneming aan reislustige werknemers voor een- of meerdaagse reizen gratis Philips treinen aan naar bijvoorbeeld Den Haag, Arnhem, Utrecht of Valkenburg. Ook kregen ze gratis gidsjes met allerlei tips voor hun verblijf in de gekozen bestemming.
Het Philips-de Jongh Ontspanningsfonds verwelkomde door het personeel opgerichte reisclubs en ondersteunde de georganiseerde reisjes, tochten en uitstapjes door subsidie of het verstrekken van kampeermateriaal tegen een kleine vergoeding. Later werd een spaarbankboekje ter beschikking gesteld voor reisgroepen van eenzelfde bedrijfsonderdeel waarop het reisgeld door de leden bijeen werd gespaard. Ook de in 1952 opgerichte Philips Reisvereniging was een groot succes. Al op de eerste contactavond gaven zich enkele honderden aanwezigen als lid op. De contributie voor het lidmaatschap bedroeg 2,50 gulden per jaar. Het doel van de vereniging was het personeel in de gelegenheid te stellen tijdens de vakantie buitenlandse reizen te maken.
Ontspannen in het Philips recreatiecentrum in Someren, ingericht in de jaren veertig van de twintigste eeuw, was voor veel Philipswerknemers een geliefde vakantiebesteding. De interesse voor zomerhuisjes in de natuur was zo groot dat de Philipswerknemers ook de beschikking kregen over enkele zomerhuisjes in recreatiecentra in Ouddorp aan Zee, Dwingeloo, Doorn en Ermelo. Toen bekend werd dat Philips stopte met de bemiddeling van de zomerhuisjes in binnen- en buitenland en de exploitatie van het recreatiecentrum werd afgestoten, reageerde niet iedereen even blij. Maar het paste niet meer in de tijdgeest. Met de groei van de vele mogelijkheden voor de individuele werknemer tot het ondernemen van reizen en het doorbrengen van vakantie elders in binnen- en buitenland, nam de belangstelling voor de door het Ontspanningsfonds georganiseerde reizen en uitstapjes af.
Het minimale aantal vakantiedagen steeg naar twaalf dagen in 1946, waarmee Philips vooropliep ten opzichte van de rest van Nederland. Ook kwam er boven op het betaalde verlof een extra toeslag. Zonder “vakantiegeld” konden de meeste mensen het zich niet veroorloven om op vakantie te gaan. Zes van de twaalf dagen waren de collectieve fabrieksvakantieweek, die als regel samenviel met de Eindhovense kermis (eind juli begin augustus). Behalve de kantoorafdelingen en enkele reparatie-afdelingen stond dan het gehele bedrijf stil. Voor het fabriekspersoneel waren er nog twee collectieve snipperdagen op 15 augustus en 1 november.
Drie extra vakantiedagen werden vanaf 1946 toegekend aan de werknemers in het jaar van hun 12½ jarig jubileum (afgeschaft in 1971). De werknemers die een 25-jarig en 40-jarig jubileum vierden, konden rekenen op één extra vakantieweek. Deze regeling was al vóór 1946 in gebruik. (Nu is dat 1 werkdag). Eén extra vakantieweek werd ook toegekend aan de jeugdige werknemers met de bedoeling de overgang van de schoolvakantie naar veel minder vrije dagen als werkende soepeler te laten verlopen. De voorwaarde was dat deze extra week doorgebracht werd in een jeugdvakantiekamp georganiseerd door jeugdverenigingen. Deze voorwaarde verviel per 1 januari 1970.
Geleidelijk steeg het aantal vakantiedagen en met de invoering van de vijfdaagse werkweek per 1 januari 1961 was ook de zaterdag voortaan een vrije dag. In 1971 werden de vakantiedagen bij Philips geharmoniseerd voor de werknemers die onder de Philips CAO vielen. De vakantie naar diensttijd en naar functieniveau werd afgeschaft. In 1988 verviel de bijzondere behandeling van werknemers jonger dan 18 jaar.
Tegenwoordig heeft iedere Nederlandse Philipswerknemer, naast het minimale aantal van 25 vakantiedagen, de mogelijkheid tot het kopen van een aantal vrije dagen (maximaal 20 op fulltime basis). Bovendien heeft de medewerker het recht om één keer per drie kalenderjaren drie maanden (onbetaald) verlof, ‘Sabbatical’, op te nemen. Philips kent ook Persoonlijke Ontwikkelings- en Zorgdagen (maximaal 5 dagen) die elk jaar bij wijze van adempauze opgenomen en ingezet kunnen worden voor bijvoorbeeld het volgen van een cursus of het zorgen voor een kind of naaste. Het staat werknemers daarbij vrij om hun eigen interesses te volgen.
Tekst door Miriam Lengová, Philips Company Archives.
Copyright: Koninklijke Philips / Philips Company Archives.
You are about to visit a Philips global content page
Continue Praktische informatie
Philips Museum Emmasingel 31 5611 AZ Eindhoven Receptie +31 (0)40 235 90 30 Boekingen & Sales +31 (0)6 – 29 12 30 86 Pers +31 (0)6 81 09 07 68
Toegankelijkheid Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP)
Het Philips Museum is goed toegankelijk voor mindervalide bezoekers. Er is een mindervalide toilet aanwezig en we beschikken over een lift. Ook hulphonden mogen (indien nodig) naar binnen. Er is een rolstoel aanwezig. Indien gewenst graag vooraf reserveren door te bellen met +31 (0)40 235 90 30.
Voor het afgeven van oude Philips-producten kun je terecht bij de Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP) via www.philips-historische-producten.nl of mail naar sbhp@kpnmail.nl.
Historische foto’s, brieven, documenten en brochures van Philips kun je doneren aan ons museum.
Philips Museum
You are about to visit a Philips global content page
Continue