NL
EN
Museum
iwd l

International Women's Day

Van lampenmeisjes tot topvrouwen:

Philips viert Internationale Vrouwendag!

 

Philips heeft veel te danken aan vrouwen. Van de 'lampenmeisjes' tot de duizenden vrouwen die de organisatie de laatste decennia hielpen vormen en groeien. En ook nu zet het concern zich in om vrouwelijk talent te stimuleren en naar de top te brengen.

 

In het kader van International Women’s Day kijken we terug op het verleden en op de verhalen van die allereerste 'lampenmeisjes'. We kijken ook vooruit, naar de huidige initiatieven en ambities op het gebied van diversiteit.

iwd logo

Het lijkt misschien wat vergezocht, maar dat is het niet. Er loopt een onzichtbare draad tussen de vrouwen die begin twintigste eeuw op de fabrieksvloeren werkten en de vrouwen die we tegenwoordig op elk niveau en in elke functie in Philips terugvinden.

 

Philips streeft namelijk al sinds de oprichting in 1891 naar een inclusieve werkomgeving. Waar het herkennen en uitbouwen van vrouwelijk talent sinds de jaren ’90 in een stroomversnelling kwam, vinden we ook in eerdere decennia voorbeelden van vrouwen die kansen kregen en aangrepen. Kijk maar naar Trijntje Naber, die direct na de Tweede Wereldoorlog opklom tot adjunct-directeur.

 

En waar Philips vroeger één van de weinige bedrijven was met een afdeling voor getrouwde vrouwen, zodat zij konden blijven werken, komt de organisatie nu in actie met leiderschapsprogramma’s om vrouwen te ondersteunen op hun weg omhoog.

'Lampenmeisjes'

lampenmaaksters van vroeger

Die fantastische vrouwen lopen dus al sinds 1891 bij het bedrijf rond. Want de ‘lampenmeisjes’ waren de eerste medewerkers en ze vormden de ruggengraat van de organisatie. In de fabrieken verrichtten ze tal van werkzaamheden, van gipsen tot draadsnijden en van solderen tot sorteren en spoelen. Door hun kleine, slanke handen konden ze de tere gloeidraden met gemak in een glazen ballon plaatsen.

 

Het werk was zwaar in die dagen. Een werkweek duurde zestig uur en de meisjes en vrouwen begonnen om zeven uur ’s ochtends en waren om zeven uur ’s avonds pas weer klaar. Toen de Russen in 1898 een bestelling van vijftigduizend gloeilampen plaatsten, rolden de dames pas na elf uur ’s avonds hun bed in om de volgende ochtend om zeven uur weer present te zijn.

 

Desondanks waren de vrouwen blij met hun werk en zorgde Philips goed voor medewerkers. Onderling hadden de meisjes veel plezier en Philips betaalde de vrouwelijke arbeidskrachten een fatsoenlijk loon. Sommige meisjes verdienden zelfs meer dan hun vader. En andere meisjes kregen flinke kansen in het bedrijf, zoals Trijntje Naber die het wist te schoppen van secretaresse tot adjunct-directeur.

werknemers op de emmasingel

Getrouwd. En dan?

Ondertussen was de sociale druk in het katholieke zuiden aanzienlijk. Fabrieksarbeid werd geassocieerd met losbandigheid die beteugeld moest worden. In de fabrieken werkten mannen en vrouwen overigens gescheiden, ook door de werkzaamheden die ze moesten verrichten. Toch is er menig ‘Philips-stelletje’ ontstaan.

 

Tot ver in de jaren ’60 was het normaal dat vrouwen het bedrijf verlieten, of zelfs ontslagen werden, zodra ze trouwden. Tegelijkertijd werden er bij sommige fabrieken van Philips speciale afdelingen voor getrouwde vrouwen opgericht. Er was krapte op de arbeidsmarkt en gehuwde vrouwen waren een welkome aanvulling op het schaarse aanbod aan arbeidskrachten. Bijkomend voordeel: zo konden vrouwen tóch aan het arbeidsproces deel blijven nemen als ze dat wilden.

 

De vrouw van…

De Philips-vrouwen werkten niet alleen in de fabrieken met lampen, radiobuizen en radio’s, ze lieten zich ook gelden op kantoor. Zo werkten vrouwen met een diploma van een middelbare school als secretaresse, als correspondent, in de administratie of bij commerciële afdelingen.

 

Ook de vrouwen van oprichters Gerard en Anton Philips waren nauw bij de onderneming betrokken. Als serieuze gesprekspartners bij zakelijke beslissingen, bijvoorbeeld. Maar ze namen ook zelfstandig initiatieven op sociaal gebied.

Johanna Philips-Van der Willigen en haar man Gerard richtten bijvoorbeeld een studiefonds, het Philips-Van der Willigen fonds, op waarmee tienduizenden kinderen van medewerkers de kans kregen een opleiding te volgen. En Anna Philips – de Jongh, vrouw van Anton Philips, vervulde meer dan zeventig jaar een prominente positie in de Philips-gemeenschap.

 

Meer vrouwen aan de top

Inmiddels zijn we in 2021 aanbeland en bestaat de top van Philips voor bijna een kwart uit vrouwen. Een mooi percentage, maar het kan natuurlijk altijd beter. Met een ambitieus programma rondom diversiteit en inclusie streeft Philips ernaar dat binnen een paar jaar minimaal dertig procent van de leiderschapsposities ingevuld wordt door een vrouw. Philips wil een inclusieve en diverse werkomgeving creëren, waar mensen het beste uit zichzelf kunnen halen: juist omdat ze zichzelf mogen zijn.

international womens day 2021 equality

Wie was Trijntje Naber?

Om het als vrouw tot adjunct-directeur te schoppen, was in de jaren ’40 van de vorige eeuw helemaal niet zo vanzelfsprekend. Toch lukte het Trijntje Naber. Na de hbs trad ze op zestienjarige leeftijd bij Philips in dienst als secretaresse. De hardwerkende en ambitieuze Trijntje viel op, ook omdat er maar weinig mensen waren die meer van gloeilampen wisten dan zij.

 

Al snel won ze het vertrouwen van Anton Philips en tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef ze samen met de directie in New York. Ze vond het zwaar om haar familie achter te laten, maar vond altijd tijd om kleine attenties en brieven via smokkelroutes naar het thuisfront te sturen. Na de oorlog werd ze benoemd tot adjunct-directeur van Philips Lighting, een functie die ze bekleedde tot haar dood twee jaar later.

 

In haar In Memoriam wordt ze geroemd om haar heldere visie, haar werkdrift en de manier waarop ze snel en intuïtief oplossingen voor complexe situaties wist te bedenken. En, saillant detail, er is opgetekend dat haar levenslust en daadkracht ‘mogen worden benijd door menig man’!

trijntje naber

Vrouwen van de Commerciële afdeling met rechts Trijntje Naber (1916)

Drie lampenmeisjes vertellen

 

Janneke van Buul: ‘Als één van de eerste meisjes maakte ik de fabriek schoon voordat er gefabriceerd kon worden. We verdienden 2.5 cent per uur. Niet veel, maar meneer Philips verdiende toen ook niet veel. Soms merkte je dat het niet zo best ging met de zaak. Dan leefden wij mee. En als ’t dan weer vooruitging, vertelde meneer Philips het ons persoonlijk. Alsof we gelijken waren. Hij was gemoedelijk en werkte hard. Soms waren zijn handen zwart als roet wanneer hij vormen voor kooldraad maakte. Met een afdeling vol jonge meisjes hebben we wat afgelachen, het was echt gezellig.’ (interview 1966)

 

Antonetta Mansvelders: ‘In mijn jeugd was er een ontzaglijke armoede onder de mensen. Mijn vader was ’s winters werkloos en als kinderen trokken we dan de bossen in om de dorre takken van de dennen te slaan. Daarvan maakten we takkenbossen die we voor vijf cent per stuk verkochten. Geen wonder dat mijn ouders blij waren dat ik werk kreeg bij Philips. Dat kwartje hielp weer. Toen Anton Philips in een klap vijftigduizend lampen verkocht, veranderde er wel wat. Ik was gewend aan het oude fabriekske, maar nu werkten we hele dagen in de nieuwbouw: van zeven tot negen en op sommige dagen tot elf. Ja, ’s avonds.’ (interview 1966)

 

Anna van de Pol: ‘We begonnen ’s ochtends om zeven uur, toen het drukker werd zelfs om zes uur. Met tweeëndertig meisjes zaten we aan vier tafels te werken. Met werken, bidden en zingen verdreven we de tijd. Meneer Gerard zei: ‘Zing ’t nog maar eens!’. De heren Gerard en Anton waren goei mensen. Toen ’t beter ging, betaalden ze ook goed. Zo kwam het dat ik mijn eerste paar schoenen verdiende. Toen ik er bij Philips mee uitschee, verdiende ik er zestien gulden. Mijn vader, die ergens anders werkte, verdiende maar acht gulden.’ (interview 1966)

Delen

You are about to visit a Philips global content page

Continue

Philips Museum 

Emmasingel 31 

5611 AZ Eindhoven

 

Receptie

+31 (0)40 235 90 30 

info-museum@philips.com

 

Boekingen & Sales 

+31 (0)6 – 29 12 30 86 

boekingen-museum@philips.com

 

Pers

+31 (0)6 81 09 07 68

communications-museum@philips.com

Toegankelijkheid 

Het Philips Museum is goed toegankelijk voor mindervalide bezoekers. Er is een mindervalide toilet aanwezig en we beschikken over een lift. Ook hulphonden mogen (indien nodig) naar binnen. Er is een rolstoel aanwezig. Indien gewenst graag vooraf reserveren door te bellen met +31 (0)40 235 90 30. 
 

Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP)
Voor het afgeven van oude Philips-producten kun je terecht bij de Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten (SBHP) via www.philips-historische-producten.nl of mail naar sbhp@kpnmail.nl.


Historische foto’s, brieven, documenten en brochures van Philips kun je doneren aan ons museum. 

You are about to visit a Philips global content page

Continue

U kunt onze website het beste bekijken met de nieuwste versie van Microsoft Edge, Google Chrome of Firefox.