Dat betekent ook dat patiënten, dankzij permanente, eenvoudige toegang tot ondersteuning en met de beschikking over informatie die nu alleen aan professionals is voorbehouden, hun eigen gezondheid actief in de gaten kunnen houden en analyseren.
Door op deze ontwikkelingen in te spelen, ontstaan voor overheden, ziekenhuizen en zorgmarkten mogelijkheden om de willekeur en hoge kosten van de huidige inrichting van de zorg om te vormen tot een veel geavanceerder ‘zorgcontinuüm’. Zorg begint dan niet op het moment van opname, maar al bij de patiënt thuis, en zal meer gericht zijn op preventie. Consumenten krijgen dus een grotere inbreng en meer handvatten om gezonder te gaan leven.
Daar komt nog bij dat dit zorgcontinuüm zich kenmerkt door nauwkeurigere diagnoses, waardoor het aantal invasieve – ofwel kostbare – medische behandelingen zal verminderen.
En tot slot zal het digitaal verrijkte continuüm zorgen voor een veel veiliger en voordeliger binnenlands zorgprogramma, omdat de nadruk niet meer exclusief ligt op wat er in het ziekenhuis gebeurt. Dergelijke ‘telezorg’ is niet alleen kostenbesparend, maar ook prettiger voor de consument.
Om de overgang naar een dergelijk systeem echt te laten slagen, moet er echter wel veel meer worden samengewerkt, zodat overheden, de private sector, verzekeraars, medische professionals, patiënten en zorgverleners op creatieve manieren de handen ineen kunnen slaan. Op die manier kunnen we het zorgaanbod over de hele wereld vergroten, waarborgen dat medici productiever en efficiënter kunnen werken, en dat het leven van mensen wordt verbeterd.
Als we de zorg op een brede en solidaire basis dusdanig kunnen veranderen, maken we samenlevingen beter, zorgen we voor budgettaire houdbaarheid, stimuleren we economische groei, en kunnen we het leven van miljarden mensen blijvend veranderen.