Dat is een heel goede vraag. Het antwoord erop laat zien waarom veranderingen in de zorg tijd nodig hebben om tot stand te komen – en soms helemaal niet van de grond komen. De invoering van een schijnbaar simpele verandering als overheveling van de monitorfunctie van huisarts naar thuiszorg heeft namelijk ook impact op andere aspecten in de zorgketen. Er spelen daardoor verschillende belangen mee: van de patiënt, natuurlijk, maar ook van de zorgaanbieder en van de verzekeraar. Dat heeft als gevolg dat er op veel vragen een antwoord moet worden gevonden voordat er tot verandering wordt overgegaan. Ten eerste natuurlijk: is het medische effect van de behandeling hetzelfde? Brengt het gemak voor de patiënt met zich mee? Maar ook: wat betekent het voor de verdienmodellen van de zorgaanbieders? En blijven de kosten voor de verzekeraar gelijk?
Het beantwoorden van die vragen is urgent. Ze moeten immers geen reden zijn om vernieuwing te blokkeren of te vertragen. Integendeel: het in kaart brengen van deze kwesties moet in het teken van actie staan.
“Innovatie in de zorg komt door evolutie, geen revolutie.”
Ab Klink
Lid Raad van Bestuur van Coöperatie VGZ
Innovatie maakt namelijk vanuit de perspectief van de samenleving en premiebetaler de zorg niet per definitie goedkoper, zelfs niet als er toch aantoonbaar kosten te besparen zijn. Als een vernieuwing ervoor zorgt dat er minder capaciteit nodig is van bijvoorbeeld een specialist, dan zien we in vrijwel alle gevallen dat de vrijkomende capaciteit weer voor iets anders wordt ingezet om zo de omzet te behouden. De kosten van de zorgaanbieder blijven dus gelijk, met daar bovenop de kosten die gemaakt zijn om de innovatie te introduceren. Neem bijvoorbeeld de speciale lampen die Philips ontwikkelde om delier tegen te gaan. Het aantal ligdagen neemt erdoor af en creëert daardoor potentieel een kostenbesparing, maar als de capaciteit die daardoor vrijkomt opnieuw wordt ingezet, gaan de totale kosten niet omlaag.
Gelukkig kan het ook anders. Als we met elkaar ontdekken en verkennen wat precies de kostenbesparende potentie is, en als alle partijen daarin samen optrekken – verzekeraars,zorgaanbieders en innoveerders zoals Philips - dan is er juist veel mogelijk. Dan zet je een infrastructuur neer waar innovatie tot win, win, win situaties leidt. Daar zijn we vanuit VGZ inmiddels heel ver mee en we nodigen partijen graag uit om zich daarbij aan te sluiten. In Duitsland overleggen wij ook hierover, met de Krankenkassen en de minister aldaar.
Daarnaast zullen er ongetwijfeld altijd innovaties zijn die de zorg duurder maken. Dat is ook niet erg, als mensen er echt beter van worden.
Innovatie in de zorg is nodig, daarover zijn vrijwel alle partijen het eens. Maar het zorgstelsel hoeven we niet radicaal te veranderen. Nederland kent een meer dan uitstekend zorgstelsel dat zonder uitzondering hoog scoort in internationale onderzoeken. Verbeteringen zijn altijd wenselijk. Zo kunnen bestaande verdienmodellen barrières opwerpen voor innovatie. Intelligentere contractering van zorg zou ook een grote stap voorwaarts zijn. Die stap kan ook genomen worden na een zorgvuldige verbinding van alle gerechtvaardigde belangen zodat er draagvlak is bij alle partijen. Dat vraagt tijd, geduld en begrip voor bestaande mechanismen, maar als het er eenmaal staat, kun je enorme snelheid maken.
Rome werd ook niet in één dag gebouwd, maar het was het wachten waard. Dat geldt wat mij betreft evenzeer voor de zorg van de toekomst.
Philips heeft begin 2016 in dertien landen grootschalig onderzoek laten doen onder patiënten en zorgprofessionals naar connected care. De uitkomsten van de Future Health Index vindt u hier.
Philips wil met deze jaarlijks terugkerende Future Health Index de impact van e-health en connected care onderzoeken. De uitdagingen waaraan de gezondheidszorg het hoofd moet bieden zijn immers groot. Wij delen de discussie graag met een breder publiek in de vorm van Future Health Chats: een dialoog met opinieleiders over de toekomst van de Nederlandse zorg.