Ondanks dat de energie-efficiëntie jaarlijks wereldwijd met 1 tot 1,5 procent verbetert, blijft de wereldwijde vraag naar energie elk jaar met 3,5 procent stijgen. Het is van cruciaal belang dat we in actie komen om deze kloof te dichten en dat we gebruikmaken van de connectiviteit tussen duurzame producten om hun potentieel voor energiebesparing maximaal te benutten.
Wanneer in 2030 een wereldwijde overgang naar dergelijke algemeen beschikbare efficiënte oplossingen zou hebben plaatsgevonden, dan zou dat de vraag naar elektriciteit voor verlichting met meer dan 30 procent verminderen. Deze verlaging zou op zijn beurt meer dan een gigaton aan CO2-uitstoot kunnen besparen Om daar een idee van te geven: om een gigaton CO2 op te nemen, is een miljoen vierkante kilometer bos nodig – het gezamenlijke oppervlak van Frankrijk, Duitsland, Nederland en België. Deze verbetering van de energie-efficiëntie komt overeen met het gemiddelde jaarverbruik van 570 miljoen huishoudens. Een wereldwijde overgang zou daarom ook aanzienlijke economische voordelen hebben. Het is dus duidelijk welke kant we op moeten. De vraag is alleen: hoe komen we daar, en hoe snel kunnen we in actie komen?