Atul Gupta MD, interventieradioloog en Chief Medical Officer bij Philips Image Guided Therapy
Onze rol als interventionalisten is in de afgelopen twintig jaar sterk veranderd. De groeiende en vergrijzende bevolking en de toename van het aantal mensen met chronische, levensstijlgerelateerde aandoeningen hebben geleid tot een sterke toename van het aantal beeldgestuurde procedures dat in interventionele laboratoria wordt uitgevoerd en de complexiteit daarvan. Dat heeft de dagelijkse klinische praktijk van interventiespecialisten in diverse vakgebieden enorm beïnvloed.
Verantwoordelijke factoren
Vanwege de vergrijzing vormen 60-plussers over de hele wereld de snelstgroeiende leeftijdsgroep. Tussen nu en 2030 zal de wereldbevolking met ruim 1 miljard toenemen. [i] Gedragsgerelateerde risicofactoren zoals tabaks- en alcoholgebruik, ongezond eetgewoonten en onvoldoende lichamelijke beweging hebben geleid tot een stijging van het aantal chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen, kanker en diabetes, en zullen dat blijven doen. Deze bevolkingstrends en de verdere toename van chronische aandoeningen hebben ook geleid tot veranderingen in het aantal, de aard en complexiteit van de interventionele procedures die wij dagelijks uitvoeren.
Meer bereiken met minder
Tegelijkertijd zijn we ons bijna allemaal – vaak uit de eerste hand – zeer bewust van de beperkingen aan de zorgvoorzieningen. Van alle interventionalisten wordt tegenwoordig verwacht dat ze meer doen met minder middelen. Collega-artsen vragen me vaak: hoe kunnen we zorgen voor betere uitkomsten voor meer patiënten, met steeds complexere casussen, en tegelijkertijd de duur van de procedure en het verblijf in het ziekenhuis verkorten?
Gelukkig wordt de volgende generatie interventieprocedures ondersteund door technologische verbeteringen, waaronder de ontwikkeling van intuïtieve systemen en apparatuur, standaardisering van de werkstroom, en naadloze integratie van slimmere apparaten. Dat stelt ons in staat om meer dingen beter en sneller te doen. Verbeteringen in de technologie voor beeldgestuurde therapie zullen resulteren in procedures die nog minder invasief zijn, in minder herhaalbehandelingen, en in een verbeterde werkstroom. We zien nu al positieve ontwikkelingen bij procedures waarvoor patiënten ooit langdurig moesten worden opgenomen en die inmiddels kunnen worden uitgevoerd op poliklinische basis, of zelfs in een laboratorium in de spreekkamer. Doordat de duur van het ziekenhuisverblijf wordt verkort, komen er schaarse middelen vrij, worden kosten bespaard, en kunnen meer patiënten worden behandeld -en dat zorgt voor aanzienlijke verbeteringen op het gebied van kosteneffectiviteit.