De maatregelen die in Nederland zijn genomen om de corona-curve platter te maken lijken effect te hebben. Ook is er een begin gemaakt met het uitbreiden van de IC-capaciteit. Dit houdt in dat de reguliere zorg weer kan worden opgestart – gescheiden van de nog altijd talrijke COVID-19-patiënten op de IC. Je zou kunnen zeggen dat we langzaam maar zeker terecht komen in de volgende fase van deze crisis. De kranten staan er inmiddels vol van; er wordt een ‘golf van uitgestelde zorg’ verwacht. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) schat dat huisartsen sinds de uitbraak van de crisis 360.000 minder patiënten hebben doorverwezen naar een specialist. Van alle geplande ziekenhuisafspraken gingen er 290.000 niet door. Dat wordt op zijn zachtst gezegd nogal een opgave voor ziekenhuizen. Na weken van hard werken onder grote druk gaan de deuren weer langzaam open voor de reguliere zorg. De vraag die zich nu op begint te dringen is: hoe dan? Op welke manier gaan we dit met zijn allen voor elkaar krijgen?
Als de corona-crisis iets heeft laten zien, dan is het wel hoe flexibel we als samenleving kunnen zijn als het nodig is. Dat geldt zeker ook voor de zorg; binnen relatief korte tijd hadden we het voor elkaar om de IC-capaciteit uit te breiden van 1.100 naar 1.600 bedden. Ik ben ervan overtuigd dat de zorg ook deze volgende krachttoer aan kan, als we voortborduren op de huidige aanpak, namelijk: slim gebruik maken van wat we hebben. De intelligente lockdown, de inzet van slimme technologie in het onderwijs en het bedrijfsleven om het dagelijkse leven zo veel mogelijk te laten doorgaan - het zijn allemaal voorbeelden van hoe flexibel en inventief we tot nu toe zijn geweest om de negatieve gevolgen van deze crisis zo veel mogelijk te beperken.
Als de corona-crisis iets heeft laten zien, dan is het wel hoe flexibel we als samenleving kunnen zijn als het nodig is.
Voor de zorg geldt hetzelfde. De golf aan uitgestelde zorg kunnen we het hoofd bieden door slim te zijn op twee terreinen: organisatie en de toepassing van technologie.
Er komt een golf aan uitgestelde zorg aan, dat is zeker. Hoe hoog die golf precies is, dat is moeilijker te bepalen. Toch is het zo goed mogelijk inschatten van de zorgvraag van cruciaal belang; pas als je weet wat je te wachten staat, kun je de organisatie en de processen daarop inrichten.
Het zo goed mogelijk inschatten van de vraag is van cruciaal belang; pas als je weet wat je te wachten staat, kun je de organisatie daarop inrichten.
Er is veel mogelijk op dat gebied. Onze collega’s van Philips Healthcare Transformation Services hebben modellen ontwikkeld om de verwachte patiëntenstroom in kaart te brengen. In deze modellen wordt een inschatting gemaakt van de omvang van de uitgestelde zorg per ziekenhuis, plus de verwachte reguliere zorgvraag. Dat gebeurt op basis van historische data en een analyse van patiëntprofielen. Gecombineerd geeft dit een realistische inschatting van de omvang van de zorgvraag voor de komende periode. Vervolgens wordt deze vraag gekoppeld aan de beschikbare capaciteit en middelen en dat biedt de basis voor een solide planning, die lange wachttijden moet zien te voorkomen.
Er moet de komende maanden meer zorg worden geleverd, daar kunnen we niet omheen. Maar we kunnen de capaciteit van medisch personeel en -middelen niet oneindig oprekken en zo intensief belasten als de afgelopen periode. Met slimme technologie kan de zorg met de beschikbare capaciteit zo veel mogelijk patiënten kwalitatief goed helpen. Denk daarbij aan zorg op afstand, wat vooral geschikt is voor chronische- en niet-acute zorg. Zorginstellingen kunnen met zorg op afstand niet alleen efficiency-voordelen behalen, maar ook voorkomen dat kwetsbare patiënten fysiek langs hoeven te komen bij een arts voor een afspraak. En denk daarbij ook aan software die het gebruik van radiologische apparatuur veel efficiënter maakt. En er zijn nog veel meer slimme oplossingen die ziekenhuizen kunnen helpen om de capaciteit op korte termijn te verhogen, zowel op het gebied van technologische innovaties als procesoptimalisatie, van zorgverplaatsing tot het slim prioriteren en faseren van patiëntengroepen om de piek geleidelijk de baas te zijn.
Op korte termijn draait het dus om twee dingen: een realistisch beeld krijgen van de zorgvraag, en het inzetten van slimme manieren om meer te doen met de bestaande capaciteit. Het is daarbij verstandig om met een langetermijn bril te kijken naar de maatregelen die nu moeten worden genomen; niet alleen omdat het ‘nieuwe normaal’ weleens lang zou kunnen duren, maar ook omdat sommige nieuwe manieren van werken misschien wel eens zo goed zouden kunnen bevallen dat ze een definitiever karakter krijgen. Je zou kunnen zeggen dat COVID-19 heeft gezorgd voor een versnelling van de digitale transformatie. Van de ene op de andere dag hebben we slimme manieren van samenwerken omarmd om het normale leven zo veel mogelijk te kunnen laten doorgaan – van video conferencing tot het digitaal delen van bestanden en webinars. We zijn ons ook ineens bewust geworden van de voordelen die deze manieren van werken met zich mee brengt. We hoeven niet per sé altijd in de auto te stappen om met elkaar te overleggen, patiëntgegevens kunnen ook gedeeld worden via online portals (in plaats van via een USB-stick of DVD). Het ligt in de lijn der verwachting dat veel zorgprocessen na de coronacrisis definitief anders worden ingericht. Zorgpaden kunnen (en zullen) vaker virtueel worden. Denk daarom alvast na over wat dit betekent voor verschillende patiëntgroepen; wie komen hier wel voor in aanmerking en welke niet (of beperkt)? Nu de zorgsector slimme manieren gaat invoeren om aan op korte termijn extra capaciteit te kunnen leveren, is het verstandig om ook alvast na te denken over het post-coronatijdperk. Om daarbij te helpen, heeft het Philips Healthcare Transformation Services drie acties gedefinieerd die ziekenhuizen op korte termijn kunnen uitvoeren: U vindt via de volgende link meer informatie en drie one-pagers die uitleggen hoe dit voor verschillende afdelingen binnen het ziekenhuis kan worden uitgerold.
Henk Valk is CEO van Philips Benelux. Hij begon zijn carrière bij Philips Medical Systems en bekleedde verschillende nationale en internationale functies, onder andere in het Midden-Oosten, Afrika en Noord-Amerika. Tussendoor heeft hij acht jaar als Executive Vice President gewerkt bij Stork Fokker, een luchtvaartbedrijf.